Veiligheid tijdens de praktijklessen

De leerlingen krijgen op Het Molenduin praktijklessen verzorging, consumptief, techniek (hout en metaal) en groen.

 

Om het voor onze leerlingen zo veilig mogelijk te houden is onderstaande kleding verplicht:

  • Dicht schoeisel
  • Lange broek of legging
  • Een shirt, blouse of trui met gesloten halslijn

 

Dus:

  • Geen korte rokjes
  • Geen slippers of sandalen
  • Geen fleece-kleding en andere synthetische kleding

Deze kleding vat moeilijk vlam, maar smelt. Hierdoor kunnen heel gemakkelijk brandwonden ontstaan. Bij draaiende machines zijn synthetische stoffen heel gevaarlijk, omdat de stof niet scheurt.

 

Gedragsregels en afspraken

De leerlingen gaan werkstukken maken. De een begint met metaal, een ander met textiel. Weer een ander werkt met hout, kunststof of chemicaliën. Ze werken met scherpe gereedschappen, moeten machines bedienen. Er draaien dingen snel rond. Ze werken met lijm. Ze moeten zich daarom aan een aantal regels en afspraken houden. Een aantal gereedschappen mag niet zomaar gebruikt worden, daarvoor gelden veiligheidseisen. We maken de volgende afspraken met de leerlingen:

 

Afspraak 1

Houd je aan de veiligheidseisen. De ergste vijand van veiligheid ben je zelf. Je niet aan de regels houden is bijna altijd de oorzaak van een ongeluk.

Afspraak 2

Er zijn vaste regels voor veiligheid. Let op de instructies bij een machine.

  • Nooit meer dan drie leerlingen bij een machine.
  • De veiligheidsbril. Deze heb je altijd op als je werkt met elektrische machines; ook bij het solderen en bij het gebruik van gevaarlijke stoffen, branders of als de docent het aangeeft.
  • Tassen tijdens techniek op de planken in de “tassenhoek” .
  • Sieraden, ringen, halskettingen en kettingen kunnen gevaar opleveren. Deze doe je voor het begin van de les af
  • Lange haren! Je doet een haarband of elastiek om als je werkt met een machine waaraan iets draait. Ook als je werkt met vuur of als de docent het aangeeft.
  • De noodknop. Zorg dat je weet waar de knop zit die alles uitschakelt. De docent kan altijd alles uitschakelen.

 

Afspraak 3

De juiste kleding. Veiligheid heeft ook met kleding te maken. Denk maar eens aan een open schoen en een vallende hamer. Ook kan een druppel lijm of chemicaliën een dure blouse verknoeien. Geen fleece-kleding bij open vuur. Pas je kleding dus aan.

 

Afspraak 4

Werk rustig en haast je niet. Je loopt door het lokaal alleen om dingen te halen. Kijk dan uit voor de andere leerlingen. Die kunnen net bezig zijn met een scherp stuk gereedschap. Blijf dan ook zoveel mogelijk op je werkplek en hinder elkaar niet bij het werken. Leid elkaar ook niet af. Stoeien is dan ook streng verboden.

 

Afspraak 5

Ren nooit door de klas. Let op je klasgenoten. Je zou niet alleen jezelf in de problemen kunnen brengen.

 

Afspraak 6

Breng het gereedschap terug naar de vaste plaats. Iedereen gebruikt tijdens de les gereedschap en materialen. Die moet je kunnen vinden. Alles heeft dus een vaste plaats. Ligt er gereedschap of materiaal op de vloer of in de wasbakken, ruim je het op. Ook al heb jij het niet gebruikt!

 

Afspraak 7

Meld schade onmiddellijk bij je docent(e). Als je met dingen werkt, kan er altijd iets kapot gaan.

 

Afspraak 8

Eerst ruim je alles op. Je verlaat het lokaal pas na toestemming van de leraar; ook al is de bel al gegaan. Jij bent niet de enige die les heeft. De volgende les zit iemand anders op jouw plaats. Die begint graag op een schone plek. De krukken worden bij techniek voor het vegen op de theorietafels geplaatst.

 

Afspraak 9

Merk je werkstukken. Jij bent niet de enige die werkstukken maakt.

 

Afspraak 10

Bewaar je werkstukken. Als jij jouw werkstuk nog niet af hebt moet je het bewaren tot de volgende les. Je kunt je werkstuk bewaren in de hiertoe bestemde bak, maar beter en veiliger is het om je werkstuk bewaren in je locker/opbergkast. Het is belangrijk dat je jouw werkstuk voor aanvang van de les uit je opbergkast haalt. Tijdens de les is dat niet toegestaan.

 

Afspraak 11

Het magazijn is voor jou verboden toegang.

 

Afspraak 12

Staand werken! Aan een werkbank sta je te werken. Alleen figuurzagen doe je zittend. Bij de werkbanken staan dan ook geen krukken. Na het figuurzagen zet je een gebruikte kruk dan ook terug bij de theorietafels. Aan theorietafels wordt niet gewerkt met vijlen, zagen, hamers en dergelijke.